Vrijwel ieder kind in Nederland heeft zwemles en haalt één of meerdere zwemdiploma’s. Jaarlijks halen ongeveer 400.000 kinderen één of meerdere zwemdiploma’s van het Zwem-ABC. In totaal werken er zo’n 35.000 mensen in het zwemonderwijs. Dit betekent dat het zwembad een plek is waar veel mensen, van jong tot oud, samenkomen.
Zwembaden, zwemscholen en zwemverenigingen streven naar een klimaat zonder ongewenste intimiteiten. Ze vinden het belangrijk dat ongewenst gedrag binnen de zwembranche wordt voorkomen en bestreden. De Gedragscode Zwembranche geeft een objectieve norm wat wel en niet kan. Er staat beschreven hoe de zwemonderwijzer in het vak hoort te staan en wat ouders, bezoekers en collega’s mogen verwachten. Het geeft het (zwembad)personeel, vrijwilligers, ouders en kinderen houvast en bescherming.
Zwembadmedewerkers kunnen in situaties komen die de privacy van bezoekers raken, denk bijvoorbeeld aan kleedkamers en doucheruimten. De omgang tussen zwemonderwijzers en zwemleerlingen laat zich niet tot in detail regelen. Zeker niet wanneer lichamelijk contact nodig is in de vorm van instructie, correctie of hulp (denk hierbij aan bezoekers met een beperking). Lichamelijk contact is ook nodig bij voorkoming van verdrinking of een andere onveilige situatie en bij handhaving van de orde en veiligheid.
Het verdient aanbeveling om uitgangspunten en gedragsregels vast te stellen aan de hand waarvan de grens tussen geoorloofd en ongewenst gedrag van zwemonderwijzers en andere (zwembad) medewerkers in concrete situaties. Het doel is om alle betrokken personen te beschermen.
Klik hier om de Gedragscode Zwembranche te bekijken. De Gedragscode Zwembranche is ontwikkeld door de Nationale Raad Zwemveiligheid in samenwerking met diverse partijen binnen de Werkgroep sociale veiligheid zwembranche.
Centrum Veilige Sport
Ondanks het bestaan van de Gedragscode Zwembranche kan er voor, tijdens of na de zwemles sprake zijn van gedrag dat als ongewenst wordt ervaren. Denk hierbij aan pesten, discriminatie of (seksuele) intimidatie. Een zwemles hoort sociaal veilig te zijn voor een kind. Grensoverschrijdend gedrag hoort daar niet thuis. Licentiehouders Nationale Zwemdiploma’s moeten zorgen dat er alles aan gedaan wordt om ongewenste zaken te voorkomen. Zo hebben alle lesgevers een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en werken ze volgens de hierboven beschreven Gedragscode Zwembranche. Ondanks deze maatregelen kan het gebeuren dat het fout gaat of dat een ouder twijfels heeft maar niet goed weet wat hij of zij hiermee moet doen. (Ouders/verzorgers van) kinderen die les krijgen van een Licentiehouder Nationale Zwemdiploma’s van de Nationale Raad Zwemveiligheid kunnen in dat geval kosteloos een beroep doen op het Centrum Veilige Sport Nederland, onderdeel van het NOC*NSF (www.centrumveiligesport.nl). Een casemanager zal in eerste instantie als vraagbaak dienen. Indien wenselijk kan verdere ondersteuning worden geboden door een vertrouwenspersoon. Ook personen die op andere wijze betrokken zijn bij een dergelijke situatie, bijvoorbeeld iemand die ongewenst gedrag meent waar te nemen of een beschuldigde, kunnen een beroep op het meldpunt doen.